Terug naar de eerste paginaPlaatje van Luxe motor met links naar beschrijvingen van specifieke kenmerken

 

Luxe motor

Dit scheepstype werd niet meer als zeilschip gebouwd, maar als motorschip met hulptuig.
Het heeft een steile steven en een betrekkelijk scherpe kop.
Het achterschip heeft een ovaal hek, waardoor het het water "beter loslaat" en waardoor de schroef meer rendement heeft, in vergelijking met een gemotoriseerd zeilschip. De roef werd zoveel mogelijk naar achteren geplaatst en langer en hoger gemaakt.
De betimmering was over het algemeen iets duurder uitgevoerd dan bij de oude zeilschepen. De roef heeft grote, rechthoekige ramen in de zijkant en een of twee koekoeken op het dak, vaak met glas-in-lood ramen.
De motor was in de meeste gevallen een zogenaamde gloeikop: bij het hier afgebeelde schip een twee cylinder Brons.
De luikenkap liep van vlak achter het vooronder tot de stuurhut. Op een derde van de lengte zat een mastdek. Dit mastdek lag op de hoogte van de den. Aan de mast werd aanvankelijk nog een fok en een grootzeil gevoerd, maar dit was slechts een hulptuig dat gebruikt werd bij ruime wind. Al vrij snel werden mast giek uitsluitend gebruikt als laad- los installatie. Toen na de tweede wereldoorlog de kraancapaciteit in de havens en bij de fabrieken sterk uitgebreid werd, werd deze "zelflosinrichting" overbodig en verdween ook de mast. Het mastdek liet men dan vervallen om de luikenkap door te trekken.
Luxe motoren zijn veel gebouwd tussen 1925-1935, voornamelijk op de Groninger werven, maar ook wel in Friesland en Overijssel. De groote varieerde van 60 tot 250 ton, met uitschieters tot 300.